Abdul Rasheed is 64 jaar en sinds 7 jaar is hij tonga-koetsier (een tonga is een paardenkar met twee wielen, voor personenvervoer). Zijn paard, Sonu, heeft hij nu vier jaar. Sonu is een sterke merrie, en Abdul Rasheed zorgt elke dag dat ze goed voer en voldoende rust krijgt. Abdul woont en werkt in een buitenwijk van de miljoenenstad Lahore.
Bij een stoplicht, tussen het drukke stadsverkeer, gebeurde het. De merrie haalde de zijkant van haar hoofd open aan de lading van een voorligger, een paardenkar volgeladen met meterslange metalen staven.
Abdul verbond de bloedende wond, die echter zo groot was dat hij niet heelde. Toen de wond begon te stinken, bracht Abdul zijn paard naar zijn hoefsmid die, naast het aanmeten van hoefijzers, zich ook bezighield met kwakzalverij. De nepdokter bracht een papje aan op de wond. Abdul moest aardig wat betalen voor deze “behandeling”.
De wond werd niet kleiner en ook de stank ging niet weg. Het paard kon niet meer eten en was lusteloos. Ten einde raad, vroeg Abdul een kennis om advies. Die verwees hem naar de Brooke-kliniek aan de andere kant van de stad.
Dierenarts Dr. Shabira was de dienstdoende dierenarts toen de merrie Sonu werd binnengebracht in de kliniek. De merrie had pijn en was angstig en agressief. Toen de verdoving ging werken, werd ze rustig en kon er worden overgegaan tot behandeling. De wond werd schoongespoeld en verbonden en ontstekingsremmers werden toegediend. Abdul stemde er mee in dat zijn paard opgenomen werd in de kliniek. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Ziekenhuisopname houdt in dat er een aantal dagen, weken, of in sommige gevallen maanden niet kan worden gewerkt en er naar andere manieren moet worden gezocht om geld te verdienen. In de rust van de kliniek kreeg Sonu dagelijks pijnstillers toegediend terwijl de wond werd verzorgd. Het dier is weer helemaal genezen. Abdul is opgelucht en dankbaar: “mijn paard is zo goed en voorzichtig door de mensen van Brooke behandeld, net zo goed als een belangrijk persoon. Dat zal ik nooit meer vergeten.”